Blog

Scroll door het blog of klik op een van deze blogtitels

wandelcoachen | stemcoachen | eclectisch coachen | Roy Hart Centre NL |
modereren  

Wandelcoachen

Tot vier maanden geleden was ik een zittend coach.
En soms staand, toegegeven, als ik met het lijf en de stem bezig ging.

Vier maanden geleden veranderde dat. Ik werd geopereerd en moest flink herstellen.

Geleidelijk aan kon ik meer en ben gaan wandelen. Dat ging.
Steeds meer, steeds beter.

En toen was ik weer klaar om aan de slag te gaan: trainen, coachen, zingen, presenteren, etc.
Nee. We gaan in lockdown.

Ok. En nu?
Mijn lessen Coaching bij de Fontys moesten online worden voortgezet. Geen tijd te hangen in weerstand: vind een manier. En die vond ik: de lessen gingen tegen verwachting buitengewoon goed!
Vervolgens wilde een van m’n studenten een gesprek. “We kunnen bellen, maar ik ga binnenkort bij je in de buurt wandelen. Ga je mee?”

En toen heb ik ook mijn coachees de vraag voorgelegd: “wil je online of offline -wandelend- verder?”

Het was zoeken , maar ik heb weet nu hoe voor mij het wandelend coachen werkt.
Ook heb ik met veel zorg een aantal wandelroutes geselecteerd waarbij we voldoende afstand kunnen houden en waar voldoende privacy is. We kunnen zodoende wandelend coachen rond Amsterdam, rond Utrecht en (indien gewenst) op een aantal andere plekken in Nederland.

Wil je ook eens met me wandelen? Stuur me een bericht.

Stemcoachen
Vorige week kreeg ik twee keer de vraag: “Geef je nog stemcoaching in deze tijd? HOE dan?”

Terechte vraag. Of vragen eigenlijk. Het eerste antwoord is ‘ja’. Het tweede antwoord is: online en offline in de natuur.

Daar zit een verhaal achter, natuurlijk.

Want wie mij kent weet dat ik overtuigd ben van in persoon, in het moment en met het lijf werken.

Ik ben van het online stemcoachen overtuigd geraakt toen ik mijn lessen Stemgebruik aan de Fontys Hogeschool moest voortzettend toen de lockdown begon.
Er zat niets anders op dan in het diepe springen. En dan zwemmen. Ok, eerlijker: spartelen.
Maar het is gelukt!
Zoals zovelen zichzelf (opnieuw) hebben uitgevonden in lockdown-tijd zo lukte mij dat ook.
Resultaat: een goed idee hoe stemcoaching online werkt, zodat ik met vertrouwen aan de slag kan. Plus een hele serie video’s waarmee je online eindeloos kan oefenen!

Het stemcoachen in de natuur is ontstaan vanuit het wandelcoachen in de natuur (dat ik dus ook ben gaan ontwikkelen, later daar meer over), wat weer ontstaan is uit het dagelijks wandelen in het begin van de lockdown.

Wil je meer weten? Stuur me een bericht. 

Eclectisch coachen
Mag ik zijn wie ik ben? Kan ik dat? En hoe dan?

We hikten er tegenaan.

Provocatief onderzocht, stoïcijnse oefening gedaan, meditatief emotie-werk. Gewandeld.
 
Zelfs een verrassingsactiviteit gedaan (die ik hier dus niet kan noemen).
Allemaal heel inzichtelijk en bruikbaar.

Maar vandaag viel het kwartje met een Roy-Hart-oefening.
En hoe.
Het leek wel een aardverschuiving.

Het voelde alsof het ontstond, zich ontwikkelde zonder dat een van ons stuurde. We wisten het allebei, hadden geen woorden, wilden die ook niet gebruiken. Het leek te voelen als WuWei:”handelen door niet te handelen”.

Meer en meer bestempel ik mijn werk als coach met de mantra “Helder tot de Kern”. En dan maakt het niet uit hoe je daar komt. In gesprek of met lichaams- of stemwerk. Licht grappend of serieus minutieus. In een kabbelend gesprek of peinzend met een oefening. 
Wil je ook gecoacht worden met zoveel middelen voorhanden? Neem contact met me op voor een “Helder tot de Kern”-onderzoekstraject van 2 maanden ongelimiteerd coachen.
 
Modereren

Twee dagen ben ik ondergedompeld geweest in WEES ONZICHTBAAR.

Zondag de voorstelling in ITA met aansluitend de Q&A met schrijver (van het boek) Murat Isik en regisseur (van het stuk) Saban Ol.

In gesprek over hoe (on)zichtbaarheid door grotere systemen en patronen in de hand wordt gewerkt. En hoe 1 persoonlijk verhaal een hele zaal mensen raakt en doet knikken en bewoorden hoe ze dat herkennen.

Maandag met vrouwen in Vrouw&Vaart over de rol van de moeder in het stuk; haar liefde, haar volhouden, haar (on)zichtbaarheid en hoe wij die herkennen of niet.

Wanneer voelde jij je onzichtbaar?
Lees mijn persoonlijk verhaal op:
www.weesonzichtbaar.nl

Met heel veel dank aan Dorèndel Overmars, Marlijn van Vrouw en Vaart, Murat Isik, Saban Ol, Inci Pamuk

Roy Hart Centre NL

We’ve had a very intensive and inspiring 3-day workshop bij Roy Hart founding member Kevin Crawford. We’ve dove deep into how the body houses the voice, influences her. 

And became more aware on how our behaviour determines our voice.

In all this Kevin proved to be the seasoned teacher, in having so many exercises, cutting straight to where it matters and leading you to a deeper level on voice use, whatever your background and level.

It was the second workshop of the newly started Roy Hart Centre NL. And we really feel we have something beautiful going.

If you want to stay in touch about these workshops, or other initiatives of the RHCNL, please subscribe to our newsletter through: royhart@metstem.nl, mentioning ‘Subscription newsletter’.

Or have a look here for more info on the past workshop
http://metstem.nl/royhart/
beter dan whitney?

Een verhaal over de aard van zingen,  door Carel Grol

Nooit had ik gedacht dat een van mijn meest memorabele en betekenisvolle optredens midden in de corona-periode zou zijn, voor een 4 koppig-publiek.

Mijn vriend, journalist en schrijver, zette mijn relaas tegen hem om in een verhaal dat een goed inkijkje geeft in hoe het is om zangeres te zijn.

Voor een keer net zo goed als Whitney
Verhaal van Carel Grol (journalist en schrijver)

Hier stond ze dan. In de huiskamer. Bij mensen thuis. Een sociale huurwoning. Je zag het er aan af.

Ze was hier om te zingen. Waar heb ik allemaal opgetreden?, dacht Yinske wel eens. Al kon ze beter vragen: waar had ze niet opgetreden? 

Nou, op een uitvaart niet. Maar verder? In bandjes, op festivals, kroegen, feesten en bruiloften. Op eindeloos veel huwelijken. Dan stond ze daar. Met haar band. Powervrouw achter de microfoon. Hits. Romantische nummers. Meezingers.

Mooie bruiloften, in weelderige tuinen, op landgoederen. Huwelijken in kantines, op industrieterreinen, onder systeemplafond. Al vertelde de lokatie verder bitter weinig over de gezelligheid van het feest, of de twee mensen die net ‘ja’ hadden gezegd.

Ze zag wel eens stellen, pas getrouwd, hij in pak, zij in het wit, waarvan ze dacht: ‘Die zijn over een jaar uit elkaar.’ En ze zag evengoed koppels waarvan ze wist: ‘Die blijven voor altijd bij elkaar.’ 

Al bleef het een gok: na het feest, wanneer ze haar spullen had ingepakt, de band weer op brak en iedereen in een busje of gammele wagens de stille nacht in reed, zag ze de pasgehuwden nooit meer.

Ze zong wel eens op feesten waar het dak af ging, waar iedereen een gat in de nacht danste en de band werd gesmeekt om als-je-blieft toch niet op te houden. Maar ze trad ook op bij bruiloften waar alleen die ene gekke oom uitbundig danste, waar midden op de avond nog een oubollig stukje op het podium werd uitgevoerd, waar de spanning tussen de twee families in de zaal hing.

‘Alle gelukkige gezinnen lijken op elkaar, elk ongelukkig gezin is ongelukkig op zijn eigen wijze’, is de beroemde eerste zin van Anna Karenina, van Tolstoy. Gold het ook voor huwelijken? Yinske wist het niet. Maar het zou best kunnen. Wat doet het er ook toen?

Bovendien: dit was niet eens een huwelijk.

Yinske had een week geleden een berichtje gekregen. Via haar Facebook. Of ze wilde komen zingen. Een cadeautje van een man voor haar vrouw, zo in tijden van corona.

Dat was een onalledaags verzoek. Ze had wel eerder zo’n privé concert gedaan. Ooit, in de tuin van een man die bulkte van het geld, en die zijn dochter drie nummers van een zangeres cadeau had gedaan – van Yinske dus – voordat de pas volwassen dochter op reis zou gaan. Naar Australie? Amerika? Zou ze gaan studeren? Yinske wist het niet meer. Het was ook al zo lang geleden.

Ze herinnerde zich alleen nog de omgeving. ‘Oud geld’, chique, in een ruime binnentuin. Ze had gezongen en was vertrokken. Het was ten slotte haar baan: zingen. Al had ze zich wel afgevraagd of de boodschap was aangekomen. Want ze voelde zich wel enigszins een passant in een langere reeks – ‘weet je wat, we doen eens gek, en laten gewoon een zangeres aanrukken’ – wie weet kreeg deze dochter twee jaar eerder een pony en volgend jaar een auto vaan haar vader.

Dit was anders.

Hier stond ze, begin december 2020, in de woonkamer. Bescheiden afmetingen, twee banken langs de wand, een loeigrote flatscreen aan de wand. Aangekeken door drie mensen die ze nog nooit had gezien: een echtpaar, en de moeder van de man. Vijftigers, vermoedde Yinske. De moeder zou dan ergens eind zeventig zijn, of misschien in de tachtig. 

Drie soul nummers zou ze gaan zingen. Wat ze mooi vond: deze mensen waren oprecht geinteresseerd. Echt muziekliefhebbers ook. Dat voelde Yinske gewoon.

Ze ademde in. Rustig. Toen zette ze in. A capella.

Eryka Badu. ‘See you next lifetime.’ 

Alicia Keys. ‘If I ain’t got you.’

En Boys II Men. ‘I’ll make love to you.’ 

Een nogal seksueel expliciet nummer: toen ze zong over het bedrijven van de liefde, de hele nacht lang, keek Yinske maar niet naar de man in het gezelschap.

Drie nummers. Geen begeleiding. Gezongen voor drie mensen. Haar optreden duurde hooguit twintig minuten. In een flat, in een woonkamer, bij drie mensen die haar hadden gevraagd voor haar soul stem. Na het laatste nummer: applaus van het trio dat op twee banken zat.

Ze vonden het fantastisch. 

Tien minuten later was Yinske in haar auto onderweg naar huis. De volgende dag kreeg ze nog een bericht. Ze hadden het zo mooi gevonden, dus echt bedankt. 

‘Wat fijn!’, antwoordde Yinske. ‘Ik ben echt blij dat ik dit aan jullie heb kunnen geven!’ Daar achter een smiley.

Die dag gaf Yinske gewoon weer les op de hogeschool. Ze is stemdocent, maar ook provocatief coach, ze maakt theatervoorstellingen, modereert bij discussies, zingt in twee verschillende ensembles – altijd druk, met duizend en een projecten. Dus dit optreden, hoe uitzonderlijk ook, verdween toch ook wel enigszins in de dagelijkse maalstroom van werk en gezin. 

Op vrijdag 22 januari, om 21.34, lichtte haar telefoon op. 

‘Hey Yinske, hoe is het met jou?’, begint het bericht. 

Dit is van de dame waar ik laatst had opgetreden, beseft Yinske onmiddellijk.

‘Mijn schoonmoeder is woensdag a.s. jarig en vrijdag wordt de euthanasie voltrokken. Ik app je zo laat, omdat het allemaal wat onzeker was. Zou je voor haar willen/kunnen komen zingen? Ik hoor graag van je en bedankt.’ Het bericht sluit met een smiley.

Even was Yinske beduusd. Zo’n verzoek had ze nog nooit gekregen. Optreden voor iemand die twee dagen later zou sterven. Zij zou, daar in de huiskamer, letterlijk een van de laatste mensen zijn die deze schoonmoeder zou zien. Een finale indruk aan het slot van een nagenoeg voltooid leven.

Ze aarzelde niet. ‘Wat ontzettend lief en bijzonder’, appte ze. Natuurlijk zou ze komen zingen.

Dus daar stond ze. Op woensdag 26 januari. Voor de tweede keer in de flat. In haar blauwe jurk, en stoere laarzen, een outfit dat ze speciaal hiervoor had uitgekozen.

Schoonmoeder zat op de bank. Op de andere bank zaten haar zoon en diens vrouw. Een klein hondje kwispelde door de woonkamer.

Midden in de woonkamer stond Yinske. Ze zoog haar longen vol lucht. Boys II Men weer. Ze zette het nummer in. A capella. 

Toen werd er aangebeld. Trrrrring. Yinske keek naar het echtpaar. Die keken naar elkaar. 

Een van hen liep naar de deur: het ging zo snel, dat Yinske niet eens zag wie dat was. De buitendeur ging open. Gestommel. Een man liep de woonkamer in. 

Yinske had geen idee wie dat was. Een zoon die, na jaren geen contact te hebben gehad, toch maar zijn stervende moeder komt opzoeken? De buurman, die was uitgenodigd voor dit privé concert? Een verloren neef die toevallig kwam aanwaaien? Het ratelde in haar hoofd, bij het zien van dat toch wel wat verloren ogende tyoe. Maar er was geen tijd voor vragen.

Het ging haar ook niet aan: ze kwam om te zingen. Dus ze herpakte zich. De longen vol lucht, ogen even dicht, en Boys II Men, ‘I’ll make love to you.’ 

Ze zag de plotse gast, hangend op de bank, goedkeurend knikken.

De set van drie nummers had Yinske vooraf samengesteld in overleg met de schoondochter. Het tweede nummer was ‘Memories’, van Barbra Streisand. Een nummer over het zoet van de goede oude tijd, maar ook over het wegkwijnende leven, over een nieuwe dag die aanstaande is: gestolde melancholie uit de musical Cats.

  

Hoe mooi ook, eigenlijk was dat de opwarmer, wist Yinske. Want het derde nummer, het laatste nummer dat de schoonmoeder in haar leven live zou horen, dat was de apotheose.

Na ‘Memories’ nam Yinske even een korte pauze. Het nummer was goed geland. Iedereen had tranen in de ogen. Yinske nam een slokje water. Ze stond weer midden in de kamer. Ze ademde stevig in. Ze zette in:

If I 

should stay

I would only 

be in

your way

I will always love you, vooral bekend door de uitvoering van Whitney Houston, een zangeres over wie een recensent ooit schreef dat ze ‘krulspelden in haar stem had’. I will always love you is een wereldhit van bijna dertig jaar geleden, waarvan de clip meer dan een miljard keer is bekeken op youtube.

Whitney Houston had alles uit haar stem in dat nummer gelegd. Dat daarna ook nog heel glad was geproduceerd. Yinske stond alleen, in een woonkamer, niet versterkt en zonder begeleiding, te zingen voor een terminale dame, een aangewaaide bezoeker, en een geëmotioneerd echtpaar.

Ze zong.

Iiiiiiiiii will always love yoooooooouuuuuuuuuuu!

Alles legde ze er in. Al haar ervaring, van twintig jaar lang optreden op festivals, bruiloften en workshops. Kennis, kwaliteit, techniek, talent, overtuigingskracht, geestdrift, gevoel, energie, emotie, muzikaliteit – alles wat ze in zich had als zangeres, kwam er uit. Na de laatste langgerekte ‘love yoooooooouuuuuuuuuuu’, voelde ze zich helemaal gesloopt. 

Yinske opende haar ogen en zag de aanwezigen. Het leek wel een slagveld. Iedereen was in tranen. Yinske zelf ook.  

Tien minuten later zat ze in de auto. Op weg naar huis, anoniem over de snelweg. De dag daarna had ze weer afspraken, werk en studenten. Ze had deze mensen geen knuffel kunnen geven, ook al had ze dat zo graag gewild. Helaas, corona.

Maar ze wist dat ze hen het beste cadeau had gegeven dat in haar kunnen lag. Want terwijl ze daar in de woonkamer stond, besefte Yinske, of eigenlijk, voelde ze, de dame die op duizenden podia had gestaan en eindeloos had opgetreden: ‘Zo goed als nu heb ik in mijn hele leven nog niet gezongen.’